donderdag 28 maart 2013

Paasvakantie: Florence & San Gimignano

De twee weekse paasvakantie brak aan! 
Zaterdag 23 maart maakte ik een prachtige wandeling door een park net buiten de stadsmuren en liep ik binnendoor naar Piazzale Michelangelo. Ik wilde kijken hoever de blauwe regen bloemen zijn in de Bardini tuin, maart dat duurt nog wel een paar weken.


Maandag 25 maart was het een speciale dag in Florence; Florentijns nieuw jaar!  
Van 1250 tot 1750 kwam de bevolking van Florence jaarlijks bij elkaar in de Santissima Annunziata kerk om de komst van de lente te vieren en de bootschap van de engel Gabriel aan Maria, dat zij de moeder van Christus is. 
De legende zegt dat een kunstenaar de opdracht kreeg om de Annunciatie (de bootschap van de engel aan Maria) te schilderen in de kerk en daarbij viel hij slaap toen hij alles behalve het gezicht van de maagd Maria had geschilderd. Toen hij wakker werd was de fresco voltooit door engelen en was er op de onvoltooide plek een prachtige blonde Madonna afgebeeld.
Deze heilige gebeurtenis was de redenen waarom de Florentijnen nog voor 168 jaar (tot 1750) op 25 maart de Annunciatie en het begin van het nieuwe jaar vierden en weigerden om de Gregoriaanse kalender jaar dat begint op 1 januari, te accepteren. 
Ondanks dat 25 maart niet meer officieel het begin van het nieuwe jaar is, vieren de Florentijnen nog steeds het feest van de Annunciatie, precies negen maanden voor Kerstmis en de geboorte van Christus.
In de middag liep er een historische processie door de stad naar de Santissimia Annunziata kerk, waar een korte dienst werd gehouden. De stoet werd vastgelegd door twee cameramannen, een persfotograaf en de vele toeristen die werden verrast door de bontgekleurde traditioneel geklede mannen en de muziek die ze maakten in een ritme die me deed denken aan de optocht van Prins Jan in de Disney film van Robbin Hood.
Ik volgde de stoet richting de kerk, waar ik nog maar net binnen kon glippen. Het was bijzonder om de dienst mee te maken. De prinsessen van de stoet legden boeketten neer onder de heilige fresco, waarbij een priester de dienst verwoordde in het Italiaans. Zo nu en dan klonk er prachtig luid tromgeroffel en muziek van trompetten, erg bijzonder om meegemaakt te hebben!
Daarna verliet de stoet de kerk en liepen dezelfde weg terug.
Woensdag 27 maart was het gelukkig weer een droge dag, na de hevige regenval van afgelopen dagen: op naar San Gimignano!
Naar verluid is San Gimignano het mooiste stadje van Toscane door de mooie ligging boven op de heuvel, met de middeleeuwse huizen en de 14 torens die boven de stad uitsteken.
Het was nog een hele toer om er te komen. Er bleken niet zoveel bussen die kant op te gaan als ik gedacht had, dus ik moest eerst nog drie kwartier wachten in Florence. Daarna vertrok er eindelijk een bus richting Siena, die stopte in de plaats Poggibonsi waar ik moest overstappen.
Ik kreeg te horen dat het geen zin heeft om eerdere bussen te nemen richting Siena, omdat je dan geen goede overstap hebt. Eenmal op weg in de bus denk je dus een goede overstap te hebben, maar in Poggibonsi aangekomen bleek dat ik ook hier een uur moest wachten!
Ik bracht dus maar een bezoek aan het centrum van Poggibonsi, waar een aantal pittoreske straatjes waren met gekleurde huizen en een oude kerk. Ik was geloof ik de enige toerist hier!
Het laatste stuk reed de bus over kronkelende weggetjes de heuvel op en het uitzicht was al zeer de moeite waart met de eindeloze Toscaanse heuvels, olijfboom- en wijngaarden en natuurlijk het stadje die opdoemde in de verte.

Binnen de stadsmuren valt meteen op hoe prachtig deze stad is. San Gimignano ziet er vandaag de dag nog steeds uit, zoals veel Toscaanse steden in de Middeleeuwen. Waar in andere steden de meeste woontorens zijn verdwenen, zijn hier 14 van de oorspronkelijk 72 torens bewaart gebleven en dat geeft de stad inderdaad een uniek uiterlijk. 
Hoe hoger de toren, hoe machtiger en welvarender de familie was. Een competitie die natuurlijk leidde tot hevige familie vetens. De Ardinghelli en de Savucci familie waren in de 13e eeuw erg berucht om hun onderlinge machtsstrijd en dus ook de hoogte van hun torens. In het centrum van de stad staat Torre Grosse, die in 1311 werd gebouwd. Met 54 meter, is dit de hoogste toren van de stad en er werd meteen een limiet ingesteld. Hoger dan deze toren mocht niet gebouwd worden.
In het hoogseizoen rijdt het hier af en aan met grote toerbussen en loopt het zwart van de mensen in de stad, maar daar was nu gelukkig geen sprake van. Na een wandeling door het kleine centrum van de stad met de smalle Middeleeuwse straten en kleine pleinen, ben ik een mooie wandeling gaan maken langs de oude stadsmuur van de stad die nog helemaal intact is. Meteen viel het enorme hoogteverschil van de stad op. Onderweg zag ik nog wat mooie kerken, een intact romeins badhuis met kristalhelder water waar wat goudvissen in zwommen en liep ik stuk door een wijn- en olijfboomgaard om te genieten van het fantastische uitzicht. 
In de middag bezocht ik het kleine museum van Palazzo del Popolo en beklom ik de daarbij behorende Torre Grosse! Het uitzicht is echt magnifiek vanaf dit hoge punt.
Een bezoek aan San Gimignano is natuurlijk niet compleet, zonder een ijsje gegeten te hebben van de ijsgod van ItaliĆ«: Sergio Dondoli! Er stond de hele dag al een wachtrij voor de deur en niet voor niks, want ik moet eerlijk zeggen dat dit echt het lekkerste ijs is dat ik ooit gegeten heb! Ik had een knapperige hoorn, met 3 bollen ijs: mango, passievrucht en limoen. Op de deur en binnen in de zaak hingen allemaal foto's van filmploegen en bekende sterren die allemaal hier een ijsje gegeten hebben en Sergio was zelf ook in de zaak aanwezig. 
Met de zonsondergang stond ik boven op een toren die bij het kleine ford van San Gimignano hoort en vanaf daar heb je een prachtig zicht op de hoogste torens van de stad. Een muzikant speelde op het bijzondere Australische blaasinstrument: de Didgeridoo.
Een zeer geslaagd bezoek aan deze prachtige stad zat erop en het was weer tijd om terug te gaan naar Florence.