zondag 3 maart 2013

Een week hard werken!

Een week hard werken brak aan. 
Dinsdag 26 februari heb ik tijdens de les goudsmeden verder gewerkt aan de scharnieren van de armband.
Na de lunch hadden we met de klas, Lucia en Doris een groepsgesprek over je werk. 
Doris rekende terug wanneer Ruudt voor het laatst geweest was en vroeg zich af waarom ik zo weinig nieuw werk had! Ik legde uit dat gezellig vrienden en familiebezoek de oorzaak was!
Ik kreeg de tip om meer verschillende verbindingen tussen giethars en ebbenhout uit te zoeken en mijn concept niet uit het oog te verliezen. Nu ik al een siliconen mal gemaakt heb, kan ik daar meerdere keren giethars in gieten voor nieuwe proefjes.
Woensdag 27 februari begon ik in de ochtend met het maken van een nieuwe vorm uit giethars. Ditmaal gebruikte ik houtfrezen om sneller te kunnen werken. Nadat het blok ebbenhout vorm begon te krijgen en ik een gezicht zag ontstaan, besefte ik dat ik wat anders moest gaan doen. Zo was het net een Afrikaans beeldhouw werkje waar Doris het eerder over had en dat is niet de bedoeling!
Aangezien ik niet wist hoe ik verder moest, besloot ik om te proberen om een snelle vorm te frezen uit giethars. Gisteren had ik opnieuw giethars gegoten in de siliconen mal en ik besloot om dat elke dag opnieuw te doen. 
Het frezen in giethars ging een stuk makkelijker dan het harde hout en ik was blij met het resultaat dat ontstond. Ik freesde trapsgewijze holtes aan twee kanten en creëerde op deze manier een soort knoesten; de holtes van bomen. 
Donderdag 28 februari ben ik eerst nog een nieuwe vorm gaan maken in giethars en probeerde ik in een proefje om eenzelfde soort vorm te frezen uit ebbenhout. Daarna bekeek ik hoe de verbinding tussen de twee materialen zou kunnen zijn en de conclusie was dat het makkelijker is om eerst de delen aan elkaar te lijmen en dan pas de vorm eruit te frezen.
Ik besloot om de ebbenhouten vorm ditmaal schuin door te zagen en dat deed ik ook met de vorm uit giethars. Na het vlak vijlen en schuren, verlijmde ik delen met elkaar.
In de middag ben ik gestart met mijn tweede project: het maken van ringen. Aan een Chinese huisgenoot moest ik vragen naar het meest gekke nummer en dat zou het aantal proefjes worden die ik moest maken: het werd 38. Wanneer je dit nummer op zijn Chinees uitspreekt, is dit hetzelfde woord voor bitch en staat in China voor vrouwen die altijd geïnteresseerd zijn in andermans persoonlijke negatieve verhalen; roddelen dus!
Hoewel ik nog niet mag werken met een concept bij deze opdracht, ben ik aan de slag gegaan met het gegeven dat bitches mensen zijn die een toneelstuk opvoeren om hun eigen onzekerheid te verbergen. Ik wilde dus grote, opvallende ringen gaan maken.
Ik besloot om weer met foam te gaan werken, omdat ik daarmee snel kan weken en hele ruimtelijke vormen kan verkijgen. Vandaag maakte ik de eerste 3 ringen.
Vrijdag 1 maart begon ik met het frezen van een vorm uit een blok ebbenhout met giethars gecombineerd. Ik creëerde dezelfde vormen als die ik eerder van giethars heb gemaakt en was blij met het resultaat.
Verder maakte ik 4 nieuwe ringen. 
Na het bekijken van de eerste ringen concludeerde ik dat het werkproces voor een groot deel de vorm bepaalde. Ik wilde meer invloed uitoefenen op het materiaal en besloot van ijzerdraad een basisvorm te maken. Daar drapeerde ik de gesmolten foam omheen en liet deze in de lucht uitharden. Zo ontstonden er nieuwe vormen.
Zaterdag 2 maart stond er huiswerk op het programma. Dit jaar moeten we een boek maken van het eindwerk dat je maakt. De layout en opzet van het boek, moeten aansluiten bij je concept en de sieraden die je uiteindelijk gemaakt hebt.
In de ochtend ben ik op internet research gaan doen naar verschillende manieren van boekbinden en bepaalde ik het lettertype en tekstgrootte die ik wilde gaan gebruiken. Daarna ben ik de stad in gegaan om papier uit te zoeken. Ik vond het passend om papier met een rafelige rand en mooie structuur te kopen en wilde dit afwisselen met transparant papier.
Aan het einde van de middag ben ik naar het appartement van klasgenoot Nur gegaan en daar hielden we opnieuw een groepsgesprek met een aperitief. Met de klas vonden we het groepsgesprek van afgelopen dinsdag niet heel erg zinvol en te kort en daarom deden we deze overnieuw met kleinere groep.
Het was erg zinvol om een langere tijd over het werk van iemand te praten. Ik kreeg een hoop tips, over hoe ik verder kan werken met mijn project. Omdat ik de onder- en bovenwereld niet als zwart en wit zie en dit vooroordeel wil doorbreken, vonden ze het goed dat ik als kleur voor giethars blauw/ groen gekozen heb. Om dit verder visueel zichtbaar te maken is het beter als de twee materialen in elkaar laat grijpen en het giethars dus geleidelijk overgaat in het ebbenhout. Mijn klasgenoten legden een manier uit hoe ik te werk zou kunnen gaan en daar was ik heel erg blij mee!
Na ruim 4,5 uur hadden we iedereen besproken en was het om 10 uur de tijd om te gaan koken!