donderdag 28 maart 2013

Paasvakantie: Florence & San Gimignano

De twee weekse paasvakantie brak aan! 
Zaterdag 23 maart maakte ik een prachtige wandeling door een park net buiten de stadsmuren en liep ik binnendoor naar Piazzale Michelangelo. Ik wilde kijken hoever de blauwe regen bloemen zijn in de Bardini tuin, maart dat duurt nog wel een paar weken.


Maandag 25 maart was het een speciale dag in Florence; Florentijns nieuw jaar!  
Van 1250 tot 1750 kwam de bevolking van Florence jaarlijks bij elkaar in de Santissima Annunziata kerk om de komst van de lente te vieren en de bootschap van de engel Gabriel aan Maria, dat zij de moeder van Christus is. 
De legende zegt dat een kunstenaar de opdracht kreeg om de Annunciatie (de bootschap van de engel aan Maria) te schilderen in de kerk en daarbij viel hij slaap toen hij alles behalve het gezicht van de maagd Maria had geschilderd. Toen hij wakker werd was de fresco voltooit door engelen en was er op de onvoltooide plek een prachtige blonde Madonna afgebeeld.
Deze heilige gebeurtenis was de redenen waarom de Florentijnen nog voor 168 jaar (tot 1750) op 25 maart de Annunciatie en het begin van het nieuwe jaar vierden en weigerden om de Gregoriaanse kalender jaar dat begint op 1 januari, te accepteren. 
Ondanks dat 25 maart niet meer officieel het begin van het nieuwe jaar is, vieren de Florentijnen nog steeds het feest van de Annunciatie, precies negen maanden voor Kerstmis en de geboorte van Christus.
In de middag liep er een historische processie door de stad naar de Santissimia Annunziata kerk, waar een korte dienst werd gehouden. De stoet werd vastgelegd door twee cameramannen, een persfotograaf en de vele toeristen die werden verrast door de bontgekleurde traditioneel geklede mannen en de muziek die ze maakten in een ritme die me deed denken aan de optocht van Prins Jan in de Disney film van Robbin Hood.
Ik volgde de stoet richting de kerk, waar ik nog maar net binnen kon glippen. Het was bijzonder om de dienst mee te maken. De prinsessen van de stoet legden boeketten neer onder de heilige fresco, waarbij een priester de dienst verwoordde in het Italiaans. Zo nu en dan klonk er prachtig luid tromgeroffel en muziek van trompetten, erg bijzonder om meegemaakt te hebben!
Daarna verliet de stoet de kerk en liepen dezelfde weg terug.
Woensdag 27 maart was het gelukkig weer een droge dag, na de hevige regenval van afgelopen dagen: op naar San Gimignano!
Naar verluid is San Gimignano het mooiste stadje van Toscane door de mooie ligging boven op de heuvel, met de middeleeuwse huizen en de 14 torens die boven de stad uitsteken.
Het was nog een hele toer om er te komen. Er bleken niet zoveel bussen die kant op te gaan als ik gedacht had, dus ik moest eerst nog drie kwartier wachten in Florence. Daarna vertrok er eindelijk een bus richting Siena, die stopte in de plaats Poggibonsi waar ik moest overstappen.
Ik kreeg te horen dat het geen zin heeft om eerdere bussen te nemen richting Siena, omdat je dan geen goede overstap hebt. Eenmal op weg in de bus denk je dus een goede overstap te hebben, maar in Poggibonsi aangekomen bleek dat ik ook hier een uur moest wachten!
Ik bracht dus maar een bezoek aan het centrum van Poggibonsi, waar een aantal pittoreske straatjes waren met gekleurde huizen en een oude kerk. Ik was geloof ik de enige toerist hier!
Het laatste stuk reed de bus over kronkelende weggetjes de heuvel op en het uitzicht was al zeer de moeite waart met de eindeloze Toscaanse heuvels, olijfboom- en wijngaarden en natuurlijk het stadje die opdoemde in de verte.

Binnen de stadsmuren valt meteen op hoe prachtig deze stad is. San Gimignano ziet er vandaag de dag nog steeds uit, zoals veel Toscaanse steden in de Middeleeuwen. Waar in andere steden de meeste woontorens zijn verdwenen, zijn hier 14 van de oorspronkelijk 72 torens bewaart gebleven en dat geeft de stad inderdaad een uniek uiterlijk. 
Hoe hoger de toren, hoe machtiger en welvarender de familie was. Een competitie die natuurlijk leidde tot hevige familie vetens. De Ardinghelli en de Savucci familie waren in de 13e eeuw erg berucht om hun onderlinge machtsstrijd en dus ook de hoogte van hun torens. In het centrum van de stad staat Torre Grosse, die in 1311 werd gebouwd. Met 54 meter, is dit de hoogste toren van de stad en er werd meteen een limiet ingesteld. Hoger dan deze toren mocht niet gebouwd worden.
In het hoogseizoen rijdt het hier af en aan met grote toerbussen en loopt het zwart van de mensen in de stad, maar daar was nu gelukkig geen sprake van. Na een wandeling door het kleine centrum van de stad met de smalle Middeleeuwse straten en kleine pleinen, ben ik een mooie wandeling gaan maken langs de oude stadsmuur van de stad die nog helemaal intact is. Meteen viel het enorme hoogteverschil van de stad op. Onderweg zag ik nog wat mooie kerken, een intact romeins badhuis met kristalhelder water waar wat goudvissen in zwommen en liep ik stuk door een wijn- en olijfboomgaard om te genieten van het fantastische uitzicht. 
In de middag bezocht ik het kleine museum van Palazzo del Popolo en beklom ik de daarbij behorende Torre Grosse! Het uitzicht is echt magnifiek vanaf dit hoge punt.
Een bezoek aan San Gimignano is natuurlijk niet compleet, zonder een ijsje gegeten te hebben van de ijsgod van Italië: Sergio Dondoli! Er stond de hele dag al een wachtrij voor de deur en niet voor niks, want ik moet eerlijk zeggen dat dit echt het lekkerste ijs is dat ik ooit gegeten heb! Ik had een knapperige hoorn, met 3 bollen ijs: mango, passievrucht en limoen. Op de deur en binnen in de zaak hingen allemaal foto's van filmploegen en bekende sterren die allemaal hier een ijsje gegeten hebben en Sergio was zelf ook in de zaak aanwezig. 
Met de zonsondergang stond ik boven op een toren die bij het kleine ford van San Gimignano hoort en vanaf daar heb je een prachtig zicht op de hoogste torens van de stad. Een muzikant speelde op het bijzondere Australische blaasinstrument: de Didgeridoo.
Een zeer geslaagd bezoek aan deze prachtige stad zat erop en het was weer tijd om terug te gaan naar Florence. 






zaterdag 23 maart 2013

38 ringen

Maandag 18 maart stond er geen les op het programma en kon ik dus de hele dag werken aan mijn projecten. In de ochtend heb ik verder gewerkt aan de armband en heb ik oud zilver omgesmolten en tot plaat verwerkt.
Na de lunch ben ik verder gaan werken aan een vorm van ebbenhout die ik schuin doorgezaagd had en gecombineerd met giethars. De vorm van het ebbenhout bestaat uit cirkels en die vond ik nog niet ruimtelijk genoeg. Met de frees heb ik dat aangepast. In het giethars zaten nog wat luchtbellen aan het oppervlak en die heb ik weg gefreesd. Daarna heb ik een nieuw laagje giethars over de vorm aangebracht.
Dinsdag 19  maart heb ik verder gewerkt aan de armband. De scharnierbuisjes zaten allemaal op zijn plek en nu kon ik de armband voor een deel strak vijlen en beginnen aan het bakslot. Daarvoor moesten een aantal onderdelen op maat gezaagd en gevijld worden, wat een precies werkje was.
In de middag ben ik begonnen aan een nieuwe vorm in ebbenhout. Ik wilde gaan proberen of ik een meer vloeiende overgang zou kunnen maken tussen het ebbenhout en giethars. Helaas brak tijdens het werken het ebbenhout en dus moest ik deze eerst lijmen voor ik verder kon.
Ik ging vervolgens verder met de vorm waar ik gisteren aan gewerkt had. Ik was nog steeds niet tevreden en besloot dat de cirkelvormen in het ebbenhout te druk waren en weg moesten. Met de frees probeerde ik vervolgens uit om de vorm zo dun mogelijk te maken en daardoor werd deze een stuk verfijnder en lichter. De overgang tussen beide delen was nog niet zo mooi en dus freesde ik een geul uit, plakte het ebbenhout af en bracht opnieuw giethars aan.
Woensdag 20 maart heb ik weer gewerkt aan de armband. In de ochtend verloor ik tijd doordat ik, iets te enthousiast, vergat om de losse onderdelen te nummeren en moest ik puzzelen tot de armband weer mooi in elkaar zat! Daarna kon ik verder met het bakslot.
In de middag begon ik met de tweede opdracht die ik heb, het maken van 38 ringen. Ik legde alle 15 ringen op een tafel die ik al had en bekeek hoe ik verder wilde werken.
Van zinkdraad maakte ik 8 ruimtelijke vormen, geïnspireerd op de Chinese lampion. Pas na het maken van de vorm, bekeek ik hoe deze gedragen kunnen worden als ring. Vervolgens ben ik een voor een, de vormen gaan bekleden met gesmolten foam. Ik bekeek welke kant ik op wilde met de kleur; meer geel of oranje/ rood en wel of niet naderhand extra verf toevoegen.
Donderdag 21 maart, officieel het begin van lente, begon 's ochtends vroeg meteen met heerlijk weer; blauwe lucht en volop zon! Ik kon dus de hele dag lekker buiten werken. Na de 8 ringen van gisteren wist ik niet hoe ik op een nieuwe manier verder kon, dus probeerde ik wat anders uit. Ditmaal sneed ik een foamblok in de gewenste vorm en bond daar ijzerdaad omheen. Na het kleuren van de foam, deed ik deze in de magnetron en wachtte tot de foam ineenkromp. Na 3 ringen was de conclusie dat ik hiermee niet verder wilde. 
Van zinkdraad maakte ik 5 nieuwe vormen en wilde de Chinese lampion daar meer in terug laten komen. Ik probeerde om een vorm van zinkdraad te maken door delen aan elkaar te solderen, maar dat nam teveel tijd in beslag. Door het gebruik van het lijmpistool kon ik snel de draaddelen aan elkaar fixeren om tot nieuwe vormen te komen.
Tijdens het werken met foam vond ik een manier om dit materiaal meer een papierstructuur te geven en door de foam tijdens het smelten in aceton te kleuren, verkeer ik een prachtig resultaat.  Ik hing de ringen op aan een ijzeren stang om te drogen en daardoor werden het nog meer lampionnen om te zien!
In de middag werkte ik weer aan mijn andere project. Na het egaal frezen van de vorm van ebbenhout en giethars, werkte ik verder aan de nieuwe vorm. Het ebbenhout was gebroken en had ik weer aan elkaar gelijmd. Na wat gefreesd te hebben, concludeerde ik dat de lijn nog steeds vrij zichtbaar bleef. Ik haalde de twee delen weer los van elkaar en freesde het grootse deel in een vorm. IK wilde proberen om dit deel in de siliconen mal te leggen en daar giethars in te gieten. Zo krijg ik misschien het effect dat de twee delen in elkaar grijpen. 
Vrijdag 22 maart was de laatste dag voor de paasvakantie! Bij het openen van de mal, bleek er niet genoeg giethars in te zitten en dus goot ik extra giethars bij.
Daarna maakte ik de laatste 7 ringen om tot het aantal proefjes van 38 te komen! Ik wilde verder op de manier zoals ik gisteren geëindigd was en maakte weer nieuwe vormen van zinkdraad. Tijdens het werken met foam stuitte ik echter op problemen. Het lukte me een lange tijd niet om hetzelfde resultaat te verkrijgen als gisteren. De foam zat lomp en dik om de vormen heen en na het loshalen, viel de vorm uit elkaar. Uiteindelijk had ik toch alle ringen klaar en voor de vakantie alle 38 ringen voltooit. Na de vakantie verder met het uitkiezen van een ring en daar dieper op ingaan!

zondag 17 maart 2013

Lente!

Na het heerlijke weekend in München, begon deze week de emaille cursus!
Dinsdag 12 maart startte we met de introductie van emaille. Nicolas Kircher en zijn vrouw waren uit Duitsland naar Florence gekomen om ons alles te leren over deze versierings techniek. Ze hadden een oven meegebracht, alle benodigde gereedschappen en natuurlijk de emaille poeders in alle kleuren. 
Tijdens een powerpoint presentatie vertelde Nicolas alles over emaille in het algemeen en over de toepassing in de kunst door de jaren heen.
Daarna besprak hij het ontwerpproces en waar vormen aan moeten voldoen. Punten zullen bijv. sneller afbreken en bepaalde kleuren zijn kwetsbaarder. Met alle kennis zijn we vervolgens aan de gang gegaan om zelf een ontwerp te maken. Deze week gaan we een proefje met emaille maken om te bekijken welke kleuren je wilt gaan gebruiken en daarna maken we een werkstuk met de Cloisonné techniek (emaille gescheiden door dunne scheidingswandjes, waarvoor wij gouddraad gebruikten).
We kregen de opdracht om eerst de contouren te bedenken en daarna mochten we pas nadenken over de invulling met lijnen. Het inkleuren van de vakken was de laatste stap. 
Nicolas heeft zijn hele leven alles geleerd over emaille en kent de techniek door en door. Ook wist hij veel te vertellen over het maken van een goed ontwerp met emaille en hij gaf iedereen de nodige tips. Nadat het ontwerp goed gekeurd was, kregen we dun koperplaat en daar zaagde we de vorm uit. Vervolgens moesten we de rand ombuigen en zorgen dat de gehele vorm vlak bleef staan. Het was de bedoeling dat je het plaatje wat bollend maakte, door in het midden het metaal uit te hameren. 


Woensdag 13 bracht ik conter emaille aan op de achterkant van het koperen plaatje (in de holte die was ontstaan na het ombuigen van de rand). 
Een speciale lijm moesten we aanbrengen op de randen van de vorm en daarna zeefden we een egale laag conter emaille over de vorm tot de aangegeven dikte. Met een ovenschep tilden we het plaatje op en legde deze op een glasvezelmatje om vervolgens te drogen op de oven. De plaatjes werden om de beurt in de oven gelegd. Dat was voor sommige al een hele klus, want bij een enkeling kieperde het werkstuk met emaille poeder en al om in de oven, of verlorene een deel onderweg! 

Er bestaat geen tijd hoelang het werkstuk in de oven moet, we moesten via een kijkgat aan de bovenkant kijken of het emaille poeder al gesmolten was en een zwarte kleur kreeg. Voor conter emaille geldt dat te lang beter is, dan te kort.
Wanneer het plaatje niet geheel met emaille bedekt was, moesten we de oxides wegfrezen en deze plekken opnieuw emailleren. Met een spateltje, bracht ik ter plekke nieuwe conter emaille aan.

Na het emailleren van de achterkant van het werkstuk en een proefplaatje, was het de tijd om de kleuren definitief te bepalen. Nicolas had een plank vol met alle verschillende kleuren die we konden gebruiken. Wij werkten deze week met opake emaille, omdat fouten minder snel zichtbaar zijn en het werken met transparante emaille meer tijd kost.
Na het bespreken kreeg je van zijn vrouw de flesjes met emaille poeders en moest je de kleuren eerst gaan wassen. Je doet wat poeder in een koperen schaaltje, wast met water, giet deze af in een bakje met koffiefilter en herhaalt dit tot het afgiet water niet meer gekleurd is! Pas daarna is de kleur klaar voor gebruik.
Met een spatel bracht ik een voor een de kleuren aan op het koperen plaatje. Met koffiefilter papier haalde ik het water uit de emaille, om te voorkomen dat de kleuren met elkaar vermengen. Na al het water uit het emaille gehaald te hebben en drogen op de oven, kon het plaatje de oven in. Na het afkoelen, vijlde ik de bovenkant vlak en daarna moest ik de tweede laag aanbrengen. Ik koos ervoor om ditmaal de bovenzijde glanzend te houden.
Donderdag 14 maart begon ik aan het ontwerp die ik getekend had. Ditmaal oefenden we de Cloisonné techniek en boog ik van dun gouddraad de lijnen die ik getekend had. We moesten van te voren alle lijnen zo uitdenken, dat elke los deel gouddraad op zijn minst over een bocht of hoek beschikte (anders vallen deze om in de oven). Na het uitgloeien van het gouddraad in de oven op 800 graden, goed wassen en schoonmaken; kon ik de delen over de koper plaat uitleggen tot de vorm klopte.
De blauw en groene kleuren had ik gewassen en ik kon beginnen met het vullen van de cellen. Dit was vrij lastig in het begin, omdat het gouddraad los wiebelde op de koperen plaat. Maar de stabiliteit kwam vanzelf, naarmate meer delen opgevuld waren door emaille poeder. Het is een priegelig werkje om de emaille in de cellen aan te brengen en niet per ongeluk in een ander vak! Onder een foto van een geconcentreerde klasgenoot aan het werk. 
Door de dikke laag emaille, moest de vorm minimaal een uur drogen en daarna de oven in. Bij kleur emailles komt de tijd nauwkeuriger en moest ik het werkstuk de oven uithalen wanneer de emaille tegen het gouddraad aan gesmolten was. Het leuke is om te zien hoe de kleur veranderd, wanneer je het plaatje buiten de oven laat afkoelen.
Ik had nog wat andere ontwerpen verder uitgewerkt en daar was een vorm uitgekomen, afgeleid van de Toekan. Ik maakte nog een koeperen plaatje en emailleerde de achterzijde met conter emaille.
Vrijdag 15 maart bracht ik een tweede laag emaille aan op het werkstuk waar ik gisteren aan begonnen was. Ditmaal een dunne laag en moest je goed opletten de scheidingslijnen tussen de kleuren te handhaven door het ontbreken van het gouddraad. 
In een ander proefje wilde ik geen gouddraad gebruiken (wordt een beetje duur voor een simpel proefje!), maar koperdraad. Ik maakte deze zelf en daarna herhaalde ik de stappen als eerder beschreven. Omdat ik geen tijd had om nieuwe kleuren te wassen, was ik afhankelijk van de kleuren die klasgenoten over hadden. Het emaille proefje met de Cloisonné techniek vijlde ik vlak aan de bovenzijde totdat je het gouddraad mooi zag en de ander liet ik glanzend. Aan de randen vijlde ik een facet, om deze minder kwetsbaar te maken.
Aan het einde van deze geweldige cursus emailleren, bespraken we de resultaten en gaf Nicolas nog een presentatie vol met tips over de techniek, werkwijze en tips voor het kopen van de juiste spullen. Een tip die ik na de lezing nog uitvoerde, was het smelten van een bolletje speciale wax over het oppervlak en dit uitwrijven. Dit beschermt het emaille en voorkomt kleurvervaging door de zon.


Zaterdag 16 maart was het eindelijk mooi weer, na alle regenachtige dagen (het regent veel in Italië tijdens de lente). Volop lenteweer met zonneschijn en een blauwe lucht! 
Ik ben door het authentieke deel van de stad gelopen, naar nieuwe wijken en parken waar ik nog niet eerder geweest was. Ik houd van fotograferen en wilde eens een ander stuk van Florence laten zien! Deze prachtige stad heeft namelijk nog veel meer moois te bieden, dan de Ponte Vecchio en de Dom! 
Ik ben over de plaatselijke rommelmarkt gelopen waar je een ongelooflijke berg troep bij elkaar zag. Een Italiaan wilde een ouderwetse deurbel-klok kopen en probeerde ze een voor een uit voor het geluid. Een oude opa schuifelde over het plein heen en weer, blijkbaar een dagelijkse routine! Bij een bloemenstal zaten twee beeldige honden die, afgeleid door alle voorbijgangers, geen aandacht voor elkaar hadden. Een Afrikaan die nu even geen paraplu's en prullaria's verkocht, lag te slapen in de zon.

Bij de overdekte markt was het een drukte van jawelste met Italianen die de wekelijks bootschappen aan het doen waren. Bij de kledingkramen was het graaien in de koopjes hoek en ook de tweedehands bontjassen vonden een nieuwe eigenaar. Tussen de kraampjes door zag ik een opa voorbij schuifelen in een wel heel excentrieke kledingstijl!
Eten is heel erg belangrijk voor de Italianen en in het weekend gaat de uitgebreide lunch vaak over tot in het diner. Niet verwonderlijk dat het doen van de inkopen een belangrijke aangelegenheid is. Met zorg worden de ingrediënten uitgezocht en wanneer het mogelijk is ook geproefd. Er wordt veel geknepen in de vruchten, kazen en zelfs salami's om te kijken hoe rijp ze zijn! 
Uiteraard veel Italiaanse producten van topkwaliteit als de buffalo mozzarella, grote parmezaanse kazen, bakken met olijven, pesto's en prachtige verse tomaten.
Door smalle straten ben ik richting Piazza Donatello gelopen. Op zich een niet bijzonder plein met een gigantische rotonde waar de auto's voorbij scheuren, hetzij dat op de rotonde een oude begraafplaats verscholen ligt op een ommuurde heuvel begroeid met cipressen.
Ik vervolgde mijn wandeling richting Piazza Della Liberta. Dit plein is omringt door gebouwen beschilderd in een heldere oranje kleur en beschikken allemaal over een zuilengalerij. Op de rotonde is een klein prakje gevestigd met een vijver en twee poorten. De poort S. Gallo die uit 1284 stamt is een van de oudste van Florence, en daartegenover is later de Arc de Triomphe van Florence neergezet (de foto hieronder).
 Via een klein bruggetje stak ik de andere rivier van Florence over en liep door de poort van een mooi park naar binnen. Geen toeristen, alleen maar Italianen die genoten van de zon, de vrije dag en deze mooie plek. 

Naast de bomen die vol in bloei stonden met witte en roze bloesem, stond er een grote plantenkas in Engelse stijl. Via een brug over de spoorlijn, kwam ik terecht in het hoger gelegen deel van het park. Boven aangekomen had ik een prachtig uitzicht over de stad, met in de verte de Dom en nog verder de Toscaanse heuvels aan de andere kant van de stad. Opvallend was de prachtige fontein in de vorm van een draak. Boven aan de heuvel stroomde het water uit de kronkelde staart van de draak naar beneden, tot het als een kleine waterval uit de mond van de draak spoot. De draak was gemaakt van een prachtig steen mozaïek en metaal.  

Ik verliet het park, liep de heuvel naar benden door een villa wijk en daar stond ik voor de ingang van een nieuw park dat bij een verlaten villa hoorde. Een lang pad van trappen leidde naar de villa boven op de heuvel. Aan weerszijde stond een groepje palmbomen en wilde bloemen in het gras. In de tuin van dit landgoed zaten veel vlinders bij de bomen die vol in bloei stonden, dat blijft een mooi gezicht. Aangrenzend volgde nog een klein park, waar een klein beekje doorheen stroomde. De speeltuin zat vol met Italiaanse ouders en kleine kinderen. 

Bij de uitgang van dit park, zag ik de ingang naar het park waar ik eigenlijk naar op zoek was! Het landgoed van van Villa Stibbert. Een oase van rust is dit groene park. Onder de hoge bomen stond de bieslook in bloei met prachtige paarse bloemen. Een trapje leidde naar een lager gelegen deel van de tuin en daar stuitte ik onverwacht op een grote vijver met een Egyptische tempel inclusief sfinxen en een obelisk! Deze merkwaardige plek werd nog mooier toen de vijver vol bleek te zitten met schildpadden die allemaal het beste plekje in de zon probeerden te bemachtigen en in groepjes bij elkaar zwommen. 

Het park was duidelijk geliefd bij Italianen voor een plekje in de rust en natuur en om hard te lopen. Terug naar boven kwam ik een prachtig stukje tuin tegen met een waterpartij compleet met bruggetje en exotische palmen. Boven aangekomen stond daar een kleine Griekse tempel met een marmeren beeld erin. Naast de oranjerie met de exotische planten en de paardenstal, stond op de top van de heuvel natuurlijk het enorme landhuis wat met de kantelen ook iets weg had van een kasteel. 


In het landhuis van Frederick Stibert bleek een museum gehuisvest te zijn die hij zelf aangelegd had. Deze rijke man had een passie voor verzamelen van mooie spullen en in het bijzonder antieke legerharnassen, wapens en dergelijke. Na verloop van tijd was het huis te klein geworden voor de enorme verzameling en dus kocht hij het landhuis iets verderop gelegen en bouwde het aan zijn huis vast!
Je mag niet vrij rondlopen in het museum, om 5 uur startte een rondleiding van een uur. Geen toerist wist deze plek te vinden, alleen maar Italianen in de groep. 
Ik heb nog nooit zo'n bizar landhuis gezien. Het huis stond bomvol met kunst, zodat je goed moest opletten waar je liep en met je tas geen antieke vaas omstoot! Heel veel wapens, harnassen en andere legeruitrustingen, in vitrines en hangend aan de muur; vaak nog hoog ook. Het bijzondere om te zien waren vooral de zalen waar een compleet leger stond uitgestald. Nauwkeurig gemaakte poppen, aangekleed met harnassen en zittend op paarden stond in lange rijen opengesteld, in statige houdingen. Best wel bizar om te zien, maar leuk om er omheen te lopen en alles van dichtbij te mogen bekijken. We mochten ook nog even voelen hoe zwaar de harnas stukken zijn, een maliën kolder en ik heb nog een kap over mijn hoofd gezet!
Daarnaast een grote verzameling antieke meubels, porseleinen beeldjes van over de hele wereld, de originele kleding van Napoleon toen hij koning van Italië was en een kamer omgebouwd tot een soort tent gemaakt van de 17 district vlaggen van Siena die gebruikt werden tijdens de paardenrace. De benedenverdieping was in bewoonde tijden al een privé museum, de bovenverdieping bestond uit de slaapvertrekken. In het vertrek van de overleden moeder van Frederick, had hij ter ere van haar een wel heel bijzonder en mooi bed neergezet.
Een onverwacht verassend en zeer geslaagd museumbezoek. Op de terugtocht maakte ik de dag compleet met een lekker Italiaans ijsje bij de beste ijssalon van Florence, verscholen in de stad buiten de toeristische hoofdstraten.